William Wallace

Scotch ale

[dropcap style=””]I[/dropcap]n maart 2016 waren we in Groningen voor het Groninger Bierfestival. Daar stond ook een kraampje met mouten van Castle Malting uit België. Mooie mouten en ook, oh heerlijkheid, peated mout en whisky mout. Onze interesse was gewekt en we kochten in de zomer de beide soorten met het idee een Scotch Ale te brouwen. Maar, zoals dat soms gaat met goede ideeën, dat idee werd even uitgesteld. We hadden te veel andere plannen. En toen was het opeens 2017 en besloten we dat toch echt tijd werd voor ons Schotse uitstapje. Et voila: de William Wallace, een Scotch ale, zag het levenslicht.

William Wallace

William Wallace was een Schotse patriot die zijn land leidde tegen de Engelse bezetting tijdens de Eerste Schotse Onafhankelijkheidsoorlog. Je kent hem misschien beter als de hoofdrolspeler van de film Braveheart. Mokums Mout heeft net als Wallace de drang naar onafhankelijkheid. We laten ons weliswaar inspireren door tradities, maar diezelfde tradities remmen ons in het geheel niet af om nieuwe wegen in te slaan.

Mouten

Dit recept draait vanzelfsprekend om de mouten. Als basis gebruikten we Pale mout van The Swaen. Daarnaast gebruikten we whisky én peated mout, een bescheiden hoeveelheid bruin mout van Thomas & Fawcett en een beetje Special B. De geur die ons bij het schroten tegemoet kwam was duidelijk: de geur van turf en whisky. Omdat we de mouten wilden benadrukken hebben we geen extreme hopsoorten gebruikt. We gebruikten East Kent Goldings en Fuggles, twee mooie Engelse hoppen.

Brouwen

Het brouwproces zelf verliep uiterst soepel. De parameters die we volgens BrouwHulp moesten halen, haalden we exact en een paar uur later zat het brouwsel dan ook al in het gistvat. Het is nu dus – zoals altijd met brouwen – geduld hebben.

 Informatie

Stijl: Scotch ale
Alcoholpercentage (geschat): 7,0%
Bitterheid (IBU): ??
Ideale drinktemperatuur: 6-8 ̊C
Levering: NIET COMMERCIEEL VERKRIJGBAAR

Heb je suggesties of vragen? Laat een reactie achter in de comments!

Assepoes

[dropcap style=””]T[/dropcap]hanksgiving is in de Verenigde Staten een feestdag die na Halloween en Kerstmis enorm belangrijk is. Amerikanen staan stil bij het afgelopen jaar en spreken uit waar ze dankbaar voor zijn. Dat doen ze onder het genot van lekker eten en natuurlijk met een biertje. Een van de gerechten die traditioneel wordt gemaakt is Pumpkin pie, ofwel: pompoentaart. En er wordt met pompoen niet alleen taart gemaakt, maar ook bier gebrouwen.

Pumpkin ale

Aangezien wij van Mokums Mout wel houden van een experiment besloten we om voor het Thanksgiving-diner in 2015 een Pumpkin ale te brouwen. We zijn daarbij uitgegaan van het basisrecept van een pompoentaart. Daar gaat natuurlijk pompoen in. Maar om nou zelf pompoenen te gaan roosteren, te pureren, enzovoorts, kozen we ervoor om geroosterde pompoen uit blik te gebruiken. Op advies van Amerikaanse vrienden hebben we pompoenpuree gebruikt uit de VS, die we vonden bij Tjin’s op de Albert Cuyp. Er zit niets anders in dan pompoen. Dus geen toegevoegde suiker of andere ingrediënten die invloed zouden kunnen hebben op het brouwproces.

Kruiden

In pompoentaart gaat ook een kruidenmengsel. We zijn in Amsterdam gezegend met de Peperbol, een winkel op de Albert Cuyp waar je allerlei soorten kruiden en kruidenmengsels kunt vinden. We hebben daar piment (Jamaïcapeper) gekocht, evenals kruidnagel en Ceylon-kaneel.

Brouwproces

Om te beginnen was het lastig om te bepalen of pompoen iets doet voor de kleur van het bier. Vanzelfsprekend is er geen EBC-waarde bekend en het is ook lastig in te schatten hoeveel vergistbare en onvergistbare suikers in de pompoen zitten. We hebben dus een klein beetje gegokt. De pompoenpuree hebben we tijdens het maischen toegevoegd. Dat leverde een klein probleem op bij het filteren: de hex liep dicht door de puree, maar met een beetje rommelen kregen we toch het hele beslag gespoeld.

Bij het koken van de wort hebben we op de gebruikelijke momenten de hopgift gedaan. We kozen voor Tettnanger en Cascade. Tien minuten voor het einde van de kooktijd hebben we het kruidenmengsel bij de wort gedaan. We hebben de kruiden licht gekneusd en in een hopsok gedaan, om te voorkomen dat er stukjes in het bier terecht zouden komen.

Eindresultaat

Uiteindelijk kwamen we uit op een behoorlijk stevig bier. Het alcoholpercentage lag tegen de 7%. Het bier had een lichtoranje tintje, maar het is de vraag of dit komt door de pompoen of door de gebruikte mouten. Het bier bleef troebel en was behoorlijk kruidig. Wellicht hadden we iets minder kruiden kunnen toevoegen, maar aan de andere kant: de kenners zeiden dat het bier echt de smaak van een pompoentaart had. En laat dat nou net de bedoeling zijn geweest… Daarnaast zat er behoorlijk druk op de flessen, misschien zelfs wel wat veel.

De naam

Elk bier verdient een naam, en vanzelfsprekend ook dit pompoenbier. Nou zijn we bij Mokums Mout nogal van het vrij associëren en al snel hadden we het over Assepoester, die immers in een pompoenkoets ten tonele verschijnt in de gelijknamige Disney-film. Aangezien zij glazen muiltjes – pumps – draagt leek Assepoes met haar pump(kins) ons wel een geschikte naam.

Update 2016

Bijna een jaar later hadden we nog een paar flessen Pumpkin ale over. We besloten om eens te kijken hoe dit bier was geworden na een jaartje in de kelder. Het openen van de beugelfles was spectaculair: de beugel knalde tegen het plafond en de fles ‘schuimde’ pittig. Desalniettemin was de smaak nog altijd zoals die een jaar geleden was. Voor dit jaar – 2016 – hebben we besloten om een nieuw Thanksgiving-bier te maken. Maar dan zonder pompoen. Het is een brown ale met een Israëlische kruidenmix, geïnspireerd op de recepten van chefkok Yottam Ottolenghi.

[separator size=”medium” center=”true” empty=”false” opaque=”false” margin_top=”” margin_bottom=””]

 Informatie

Stijl: Pumpkin ale
Begin S.G.: 1060
Eind S.G. (bij bottelen): 1014
Alcoholpercentage: 6,8% (hergisting op fles)
Bitterheid (IBU): 33
Ideale drinktemperatuur: 6-8 ̊C
Levering: NIET COMMERCIEEL VERKRIJGBAAR

Assepoes Pumpkin Ale

 

The Wild IPA

Brettanomyces Claussenii

[dropcap style=””]S[/dropcap]inds onze eerste brouwstappen zijn we altijd met twee dingen bezig geweest. Een IPA ontwikkelen en freestylen met wilde gisten (de brettanomycae giststammen). Dat met die IPA is alleen telkens een dingetje geweest. Onze eerste pogingen heten niet voor niets de Ratsmodee, naar onze eerste zure mislukking. Niet dat het uiteindelijke recept niet lekker is geworden. Integendeel. Iedereen aan wie we de uiteindelijke Ratsmodee laten proeven is er zeer over te spreken. Mooie kruidigheid van het Belgische gist gecombineerd met frisse Citra en Simcoe aromahop.

Brett out the funkyness

Freestylen met brett is een ander verhaal. Veel brouwers zijn bang voor de brett. Onbetrouwbaar, onvoorspelbaar en dan ook nog die smaakomschrijving. Google maar eens op brettanomyces en omschrijvingen als paardendeken, stallucht en gek genoeg zeepsop vliegen je om de oren.

Brett is echter meer dan dat. Wij omschrijven brett altijd als het vreemde neefje van die vriend van je waar je tijdens een verjaardag zonder dat je dat wilt mee aan de praat raakt, maar vervolgens de hele avond enorm mee hebt gelachen. Wat we hier mee willen zeggen is dat brett zich ernstig vreemd gedraagt als het als (primair of secundair) gist wordt toegevoegd, maar uiteindelijk zoveel meer oplevert dan alleen paardendeken, stallucht of zeepsop.

Onze brett experimenten hebben een heel scala aan exotische geuren en smaken blootgelegd die je met geen kilo’s hop aan een bier kunt toevoegen. Peer, mango, bosvruchten, grapefruit en ga zo verder. Zoete tonen, zure tonen; brett is erg veelzijdig. Ook de paardendeken was er, maar dan wel zo subtiel dat het meer de geur van vers uitgestrooid hooi was dan de stal met paardenkeutels. Vanwege de veelzijdigheid en onvoorspelbaarheid moet er wel secuur worden gewerkt. Infecties van andere brouwsels ligt op de loer, dus meer dan alleen je handjes wassen!

De ultieme combi

En dan toch. Die IPA knaagt. We mogen er graag eentje drinken. Misschien nog wel liever dan welke andere stijl. En een goeie IPA kan een waar kunstwerk van smaken zijn. Daar wilde wel meer mee doen.

Een paar maanden geleden kwamen we tot het besluit de Ratsmodee te laten voor wat hij is (goed en robuust, maar “uitontwikkeld”) en van de bodem af opnieuw te beginnen. Alleen het pale mout als basis zou hetzelfde blijven. Verder alles anders. Andere speciaalmouten, andere hoppen en een ander gist.

De vraag was alleen hoe dan anders. Sorachi Ace als hop stond al vast. Wilden we al maanden gebruiken, lag al een tijdje in de koeling, maar nooit echt een recept ontwikkeld waar het bij past. Een nieuwe IPA leek ons een perfect moment daarvoor. Als hopvriendje hebben we verder voor Mosaic gekozen. Navraag en onderzoek leverde op dat deze twee hoppen mooi complementair waren.

Maar gaandeweg de sparsessies kwam het ineens. Waarom geen IPA met als toevoeging een wild gist. In de VS is een (deels) wild vergiste IPA inmiddels de new kid on the block. De exotische fruitige en zure tonen van de brett gisten kunnen heerlijk complementair zijn aan de frisse met name Amerikaanse hopsoorten. Het leuke is verder dat er een mooie uitdaging aan vast zit. Een IPA verliest namelijk vrij snel zijn kenmerkende hop-aroma’s, terwijl een brett er nu juist wat langer over doet om zich ten volle in smaak te kunnen ontwikkelen.

We hebben inmiddels gekozen voor de mildere brettanomyces claussenii afkomstig uit – hoe toepasselijk voor een IPA – Groot-Brittannië en niet uit België. De smaken van dit gist zijn wat subtieler en de kracht zit met name in de aroma. Hierdoor wordt in theorie de bitterheid van de hoppen niet overschaduwd door de smaken die het gist produceert.

Eindresultaat

Het resultaat is een heel veelzijdig bier. Eerst proef je een aangename bitterheid met frisse grapefruit en dennengeur tonen van de Sorachi Ace en Mosaic hop. Vervolgens ontploft echter de volle fruitig- en kruidigheid van het wilde gist. Een complexe synergie tussen peperig, citrus, bosvruchten en heel ver weg een klein zuurtje. Voor ons een geslaagd bier dat uitnodigt tot meer brett experimenten. Volgende op de lijst? Wellicht een Wild Saison…

[separator size=”medium” center=”true” empty=”false” opaque=”false” margin_top=”” margin_bottom=””]

 Informatie

Stijl: Wild IPA
Begin S.G.: n.n.b.
Eind S.G. (bij bottelen): n.n.b.
Alcoholpercentage: 6,8% (hergisting op fles)
Bitterheid (IBU): n.n.b.
Ideale drinktemperatuur: 6-8 ̊C
Levering: NIET COMMERCIEEL VERKRIJGBAAR

 

SMaSH 2016 Wet Cascade

[dropcap style=””]I[/dropcap]n het voorjaar van 2016 hebben we via Henk en Betty van Bierevents een paar hopplanten op de kop getikt. Ze kweken op een veld bij Epe diverse soorten hop en doen dat onder andere voor Brouwerij de Molen. Wij besloten om voor Cascade te gaan. De hopstokken die we meekregen waren al een paar jaar oud, dus ze zouden gegarandeerd hopbellen gaan opleveren. De grote vraag was: kan hop in een Amsterdamse achtertuin groeien en levert het smakelijke hop op?

Hop kweken

Tot onze grote verrassing begonnen de planten al snel als kool (hop zo je wilt) te groeien. Binnen enkele maanden was uit een plantje van een centimeter of twintig een forse plant gegroeid van zo’n zeven meter hoog, mét een grote hoeveelheid hopbellen. De hopranken werden via trellis (een duur voor woord voor in dit geval een constructie van sisaltouw) de juiste richting op geleid. Elke dag namen we een kijkje bij de planten of er nog water nodig was en gelukkig scheen de zon dit jaar behoorlijk. Half september kon uiteindelijk een dikke kilo hop worden geoogst. Conclusie: ja, je kunt prima hop kweken in een Amsterdamse achtertuin in een paar metselkuipen.

Dan rijst natuurlijk meteen de vraag: leuk dat je een berg verse hop hebt, maar wat ga je er mee doen? Vanzelfsprekend wilden we er een bier mee brouwen, maar wat gaan we met de hop doen? Gaan we de hop drogen en invriezen? Of gooien we verse hop in het bier? Omdat we wel houden van een experiment hebben we de volledige oogst gebruikt voor een SMaSH, een Single Malt and Single Hop. Vrij vertaald: een bier gemaakt met maar een soort mout en een soort hop.

Recept

Het recept werd een Pale Ale. De mout die we gebruikten was Maris Otter van Thomas and Fawcett uit Engeland. We hebben een driestapsmaisch gedaan (62, 68 en 78 graden) en hebben op 60 minuten, 30 minuten en op 10 minuten voor het einde van de kooktijd de verse hop toegevoegd. De vergisting (met US-05, een neutraal gist om zoveel mogelijk de smaak van de hop en de mout naar voren te laten komen) leek eerst wat langzaam op gang te komen, dus na enkele dagen hebben we besloten om de temperatuur van de vergistingskast wat op te schroeven en toen kwam de vergisting goed op gang. Uiteindelijk eindigden we met een S.G. van 1010.

Inmiddels is het bier gebotteld. De eerste smaaktest was goed, hoewel de bitterheid niet zo heel duidelijk aanwezig is. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat we nog meer verse hop hadden moeten gebruiken (er wordt gesproken over 5 tot 10 keer zoveel hop ten opzichte van gedroogde hop)? Over een paar weken zijn de flessen op druk en kunnen we de echte proef op de som nemen. Dan weten we pas echt of de SMaSH Wet Cascade een succes is geworden.

 Informatie

Stijl: Fresh hops Pale Ale
Alcoholpercentage: 6,9%
Bitterheid (IBU): 27
Ideale drinktemperatuur: 6-8 ̊C
Levering: NIET COMMERCIEEL VERKRIJGBAAR

Heb je ideeën over de bitterheid? Heb je andere suggesties of vragen? Laat een reactie achter in de comments!